MIJN LIEDEREN ZOUDEN MIJ ALS ZONDEN WEGEN

Mijn liederen zouden mij als zonden wegen,
was niet de zon vol vuur!
Door haar zijn liefde, lust en liedren zegen.
Alzuiver is natuur.

Alzuiver glans van oogen, glans van tranen,
de warme zang van 't bloed,
het vaste weten en het zoeter wanen,
het godlijke in 't gemoed.

O Ria, zonnig voelen, zonnig denken
is louter wederschijn.
In vreugd ontvangen en in schoonheid schenken,
dat zal ons leven zijn.



223 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.