IK HEB HET MEEST GELOOFD.

Ik heb het meest geloofd toen ik het meest beminde.
Waar vluchten met zijn vreugd, tenzij omhoog, naar God?
Eilaas, dat ik voor smart den hemel ijdel vinde,
En in den kamp alleen sta tegenover 't lot.

Nog blijf ik man en sterk, ofschoon mijn tranen vloeien,
Om mijn aanbeden vrouw, en moederarme kroost.
Doch zulken acht ik groot die door het lijden groeien
En laten om wat trots een heele wereld troost.



43 Uit de diepten, Amsterdam (S.L Van Looy) 1911, 85 p.