HEB IK U GEKOZEN

Heb ik u gekozen
louter tot mijn vreugd,
schoone, zoete rozen
mijner hooge jeugd?

Zal ik het betreuren
dat de zomer laait
en mijn hart vol geuren
en vol liederen waait?

't Leven keert zich omme
zoo de nacht vanzelf,
zoo de groote Blomme
keert in 't blauw gewelf.



106 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.
151 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.