EEN EENZAME VOGEL

Een eenzame vogel roeit door 't blauw,
Voelt aarde omlaag, omhoog de zon.
Weet niet waar hij zijn vlucht begon
Noch waar hij eindigen zou.

De wereld is zoo rijk, dat hij
Het eendere telkens anders ziet.
Het verre komt steeds naderbij,
Doch vliegend verlangt hij niet.



135 De Noodhoorn. Vierde uitgave, Amsterdam 1932, 160 p.
159 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.