DE THUISWEVER

Hoe jolig dit huis
Onder olmengeruisch,
Het getouw aan den gang,
De vrouw aan 't gezang,
En een jongen aan 't tromlen met schop en met tang!
Deur open, hart open,
Vroolijk gezin,
Luid haalt ge den dag met uw deuntjes in.

Een stuk roggebrood elk,
En een kop geitemelk,
Een vlieg op den rand,
Een wieg bij der hand
En de zon aan het spelen op tafel en wand!
Deur open, hart open,
Vroolijk gezin,
De blos in uw bloed is uw beste gewin!

O, spoeleman stout
Op uw stoelken van hout,
Gij kluchtige gast
In 't gerucht van uw last,
Geen vorst op zijn troon zit zoo vrij en zoo vast.
Deur open, hart open,
Vroolijk gezin,
Weef trots in het volk dat ik trotsch bemin!



4 De zware kroon. Verzen uit den oorlogstijd, Bussum 1915, 58 p.