DE MIST, DIE UIT ME REGENT

De mist, die uit me regent,
werd in mij
opdat mijn smart gezegend
en werkend zij.

De mist, die uit me regent,
valt zoo diep.
Hij heeft de zon bejegend,
die brandend schiep.



8 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.