WAARTOE, WAARTOE

Waartoe, waartoe
elke stap dien ik zet, elke val dien ik doe?

Ver schrijdend baan ik zelf mijn baan.
Een sterke mensch leert eeuwig gaan.

Wanneer, wanneer
zijn de dagen daar dat ik sterven leer?

Sterven kan ik iederen dag.
Dies leef ik wat ik leven mag.



35 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.