VOOR DEN STORM.

Ik wandel langs de Leie;
De wind schrijft in de baren
Als op een grauwe leie,
Zijn raadsels en zijn maren.

Windbuien! Stof aan 't dwarrelen!
Veel heeren die zich spoeden,
En nu en dan weer scharrelen
Naar rollebollend' hoeden!

Laat vrij de stormen dwingen
Verdelgen wat ze raken!
De jonge linden zingen
Het krachtigst als ze kraken!



60 Echo's, Gent (A. Siffer) 1900, 131 p.