SINT PIETERSVLIER.

Hier met die dingen!
alzoo! alzoo!
Die schavelingen
daar op het stroo.
Die bakken
met pemen,
die zakken
met lemen,
die takken
nemen!
Nu schieren, schoren, berd en bonk!
en boven op de wilgetronk!
Tonder, tonder!
het spokt al onder.
Hoor, zie,
in één, twee, drie,
de vlamme slaat uit, de vlamme slaat boven,
en rood is de leute om den laaienden oven:

Sinte Pieter en Sint Jan!
wie kan-der daar an?
Rook
en smook!
We vieren ook!



88 Liederen voor 't Volk, Maldegem (V. Delille) 1903, 143 p.
204 Gedichten, Amsterdam (S.L. Van Looy) 1907, 224 p.
219 Gedichten, tweede vermeerderde druk, Amsterdam 1911, 242 p.
282 Gedichten, derde vermeerderde druk, Amsterdam 1918, 305 p.