O FRANKRIJK

O Frankrijk, o Frankrijk,
dat hier uw heeren zondt,
er vallen hoopen spaanderen
in Vlaanderen.
Wij breken 't slecht verbond.

O Frankrijk, o Frankrijk,
wij achten het luttel kwaad,
dat gij met uw vazalen,
de Walen,
den Vlaamschen grond verlaat.

O Frankrijk, o Frankrijk,
gij waart bij ons niet thuis.
Wij hebben om u gedragen
veel plagen,
en België 't zware kruis.

O Frankrijk, o Frankrijk,
hoort gij de bijlen slaan?
Er vallen hoopen spaanderen
In Vlaanderen.
Gij, heeren, ruimt de baan!



67 Nagelaten Gedichten, Amsterdam (G. Van Soest) 1937, 95 p.
80 De Noodhoorns uitgegeven in 1940, 1943 en 1975, 186 p.