MIJN LIPPEN ZOEKEN IN HET IJDELE ZWART

Mijn lippen zoeken in het ijdele zwart
vergeefs uw lippen. Ach,
die mij zoo diep doorstaarde,
of ik in het blanke laken
op en onder aarde
hand in hand met u te rusten lag!
Mocht ik slapen, slapen, slapen, en ontwaken
in Gods morgen op uw hart.



171 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.