LIEF, DIE VREUGDEN TOOVERT

Lief, die vreugden toovert
uit de smart,
en mijn geest verovert
na mijn hart,
dat ik u niet hooren mag
elken dag, elken dag!

Trotschelijk beminde,
eer mij blijft de gunst
van uw wondre kunst
en uw rozenmond,
schoon verlangen binde
stond aan stond.



59 Het boek der liefde, Amsterdam (J.M. Meulenhoff) 1921, 269 p.