KOM TOT MIJ.

Kom tot mij, ik kom tot u.
Kan de dood een hart verkouden?
Morgen niet, van nacht, kom nu.
Reik me uw handen, laat me u houden.

Kijk mij aan, heel diep en door.
Hoe uw blikken donker stralen!
Geef mij weer wat ik verloor,
Uit uw lucht mijn lucht te halen.

Kus me, kus me voor elk kind,
Op mijn wangen, mond en oogen;
Driemaal eer de dag begint
En den hemel rukt ten hoogen.



41 Uit de diepten, Amsterdam (S.L Van Looy) 1911, 85 p.