DE ZON STOND OP DE ZEE

De zon stond op de zee
in purpren pracht.
Het water van de zee
riep naar den nacht.
Toen staarde ik in uw oogen om
en zag den dag die eeuwig klom.

De zon zonk in de zee
en door ons bloed.
Een wolkje boven zee
bleef lang in gloed.
Wij traden heilig, hand aan hand,
en met de heemlen blauwde 't land.



72 Meidoorn, Amsterdam-Tielt (L.J. Veen - J. Lannoo) 1925, 91 p.
172 Het beste uit de gedichten van De Clercq, Zeist 1932, 196 p.